Financiën

Grondslagen en uitgangspunten voor de begroting

Als basis voor het opstellen van de begroting 2025 zijn diverse algemene grondslagen van toepassing, waaronder verschillende bepalingen vanuit de Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording (BBV), de begrotingscirculaire vanuit de provincie Gelderland en de Financiële verordening West Betuwe. Daarnaast zijn er verschillende specifieke kaders en uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn terug te vinden in de paragrafen. In dit onderdeel worden enkele algemene principes toegelicht die voor alle programma’s en taakvelden gelden.

Overhead
Alle overheadkosten worden apart in het overzicht Overhead weergegeven. Overhead omvat zowel de algemene (organisatiebrede) bedrijfsvoeringsondersteuning als het management en -ondersteuning van alle organisatieonderdelen binnen de gemeente. De in het overzicht gepresenteerde cijfers hebben betrekking op taakveld 0.4 “Overhead” en de van toepassing zijnde (egalisatie)reserves die onder taakveld 0.10 “Mutaties reserves” vallen.

Toerekening apparaatskosten (directe salarislasten en overhead aan grondexploitatie en WRP)
Aan de grondexploitatie en de heffingen (waaronder WRP) wordt overhead toegerekend. Aan de grondexploitatie wordt dit direct toegerekend en aan de heffingen wordt dit extracomptabel toegerekend. Hierbij wordt rekening gehouden met een opslag van 97,43 procent op de direct toe te rekenen salarislasten. Dit percentage is als volgt berekend:

Berekening opslag overhead

2025

Directe salarislasten aan taakvelden

20.642.725

Inhuur op taakvelden

968.708

Totaal grondslag overhead

21.611.433

Toe te rekenen totale overhead

21.056.443

Opslagpercentage

97,43%

 
Aan de complexen binnen de grondexploitatie worden de volgende apparaatskosten toegerekend:

Toerekening apparaatskosten aan complexen grondexploitatie

2025

2026

2027

2028

Directe salarislasten

Lopende Grex complexen

445.442

445.442

358.882

187.740

Op te starten nieuwe complexen

417.235

417.235

417.235

417.235

Totaal directe salarislasten

862.677

862.677

776.117

604.975

Toegerekende overhead (97,43%)

Lopende Grex complexen

433.994

433.994

349.659

182.915

Op te starten nieuwe complexen

406.510

406.510

406.510

406.510

Totaal toegerekende overhead

840.504

840.504

756.169

589.425

Totaal

1.703.181

1.703.181

1.532.286

1.194.400

Aan het WRP wordt 1.144.612 euro aan overhead toegerekend. DIt is 97,43 procent van de direct toe te rekenen salarislasten.

Loon- en prijsontwikkelingen (LPO)
In de begroting hebben we in beginsel (nog) geen rekening gehouden met  een indexering van de materiële en subsidiebudgetten in verband met loon- en prijsontwikkelingen. De middelen die we hiervoor krijgen via het gemeentefonds en de gemeentelijke belastingen en heffingen zijn als een centrale stelpost in de begroting opgenomen en kunnen hiervoor later worden ingezet. De financiële effecten van de (vastgestelde) begrotingen van de verbonden partijen zijn wel al in de begroting verwerkt en de effecten van loon- en prijsstijgingen zijn ten laste van de hiervoor genoemde stelpost gebracht.
Voor de salarislasten zijn we uitgegaan van de cao zoals die tot en met 31 maart 2025 loopt. Voor 2025 houden we, overeenkomstig de meicirculaire 2024, rekening met een stijging van in totaal 4,4 procent als gevolg van gewijzigde werkgeverspremies (vooral pensioenpremies) en de nieuw af te sluiten cao.

Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn we uitgegaan van de septembercirculaire 2024. Over de hoofdlijnen van de meicirculaire hebben we u destijds geïnformeerd bij de Perspectiefnota 2025 en over de septembercirculaire bij de tweede bestuursrapportage 2024.

Omslagrente
Het renteomslagstelsel is geregeld in de gemeentelijke regelgeving. Dit stelsel houdt in dat de rentelasten van het vreemd vermogen aan de gemeentelijke producten worden doorberekend op basis van de boekwaarde van de onderliggende investeringen. De rente die hiervoor wordt gehanteerd is de omslagrente investeringen. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie BBV en is voor 2025 berekend op 2,5 procent.

Vertrekpunt voor de begroting 2025
Bij het opstellen van deze begroting hebben we de Perspectiefnota 2025 (inclusief de effecten van de meicirculaire 2024) en de tweede bestuursrapportage 2024 (inclusief de effecten van de septembercirculaire 2024) als uitgangspunt genomen. Met het vaststellen van deze begroting worden alle nieuwe uitgaven, inclusief de investeringen, formeel door u goedgekeurd.

Wijzigingen ten opzichte van de Perspectiefnota 2025
Bij het onderdeel financiële hoofdlijnen worden de aanpassingen ten opzichte van de Perspectiefnota 2025 aangegeven.

Deze pagina is gebouwd op 02/17/2025 16:04:59 met de export van 02/06/2025 10:23:14